Ten gevolge van de zesde staatshervorming werd het Vlaamse Gewest vanaf 1/7/2014 bevoegd voor de huurwetgeving.

Het was wachten tot het Vlaams Gewest van deze bevoegdheid gebruik zou maken, wat thans het geval is.

Op de ministerraad van 14/7/2017 werd een voorontwerp van ‘Huurdecreet ‘ goedgekeurd.

Hoewel dit voorontwerp nog aan wijziging onderworpen kan zijn, staat nu reeds vast dat er belangrijke wijzigingen op til zijn in de huurwetgeving.

Het is de bedoeling van de Vlaamse overheid om het nieuwe Huurdecreet in werking te laten gaan op 1 september 2018, dat van toepassing is op huurovereenkomsten die betrekking hebben op een hoofdverblijfplaats als huurovereenkomsten die betrekking hebben op studentenhuisvesting.

Uit de lezing van het voorontwerp van het Huurdecreet blijkt dat er belangrijke wijzigingen zijn in vergelijking met de huidige regelgeving, die is vastgelegd in de Woninghuurwet, waarbij het de bedoeling is van de Vlaamse overheid om d.m.v. een meer uitgebreide regelgeving tegemoet te komen aan probleemstellingen die zich in de praktijk voordoen.

Enkele nieuwigheden zijn o.a.:

  • Verplichte vermelding van de prijs en kosten bij de tehuurstelling van een woning;
  • De verhuurder kan enkel die documenten opvragen bij de kandidaat-huurder die noodzakelijk zijn om na te gaan of de kandidaat-huurder aan de huurverplichtingen kan voldoen;
  • De redactie van een ‘vulgariserende toelichting’ die wordt opgesteld door de Vlaamse regering, die ter beschikking wordt gesteld van de huurder en die essentiële informatie bevat over de essentiële bestanddelen van de huurwetgeving;
  • De verankering in de regelgeving van de mogelijkheid een bezettingsvergoeding toe te kennen in het voordeel van de verhuurder, bij een eventuele nietigheid van de huurovereenkomst wegens het niet naleven van de elementaire vereisten van veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid;
  • De mogelijkheid om huurovereenkomsten van korte termijn op te zeggen mits betaling van een opzegvergoeding en het respecteren van een opzegtermijn;
  • Een wettelijk vermoeden van de aansprakelijkheid van de huurder voor brand- en waterschade;
  • De redactie van een (niet-limitatieve) lijst met kleine herstellingen en met kosten die door de huurder moeten worden gedragen;
  • De verhoging van de huurwaarborg van twee naar drie maanden;
  • Een regeling voor de gevolgen van de beëindiging van een tweerelatie op de huurovereenkomst (huwelijk, wettelijke- of feitelijke samenwoning);

Hoewel de invoering van deze belangrijke nieuwigheden nog niet voor onmiddellijk is, zal de vernieuwing van de huurwetgeving de aanpassing van de gebruikte huurovereenkomsten op relatief korte termijn noodzakelijk maken.

Het is immers van belang dat de gebruikte overeenkomsten overeenstemmen met de vingerende regelgeving zodat iedere contractspartij duidelijk haar rechten en verplichtingen kent.

Voor meer informatie over dit onderwerp kan u altijd contact opnemen.