Op 18/11/2016 werd reeds een bericht geplaatst over de nieuwe invorderingsprocedure van onbetwiste schulden, de zgz. IOS-procedure, die werd ingevoerd in de artikelen 1394/20 – 1394-27 Ger.W.

Deze procedure geeft de mogelijkheid om – buitende rechtbank om – een geldschuld op een snelle en goedkopere wijze in te vorderen en hiervoor een uitvoerbare titel te bekomen.

De bedoeling van de wetgever bestond erin om de rechtbanken van koophandel te ontlasten en de werkdruk te verminderen.

Hoewel de wetgeving terzake geen enkele verplichting oplegt om gebruik te maken van de IOS-procedure, rezen er in de praktijk problemen op vlak van de gerechtskosten.

Bepaalde rechtbanken, waaronder de rechtbank van koophandel te Gent afd. Dendermonde, waren van oordeel dat wanneer een onbetwiste schuldvordering werd ingevorderd op de normale wijze, de gerechtskosten ten laste konden worden gelegd van de eisende partij omdat geen beroep werd gedaan op de goedkopere IOS-procedure.

Dit is uiteraard een streep door de rekening van een schuldeiser aangezien deze soms legitieme doelen heeft om te kiezen voor de klassieke gerechtelijke procedure. Immers is het zo dat in de IOS-procedure, de schuldenaar tot een maand na de start van deze procedure door de betekening van een aanmaning, alsnog de vordering kan betwisten, waarna de klassieke procedure moet worden gevolgd.

De schuldenaar zou dus perfect die IOS-procedure kunnen misbruiken om tijd te rekken, wat nefast kan zijn voor een schuldeiser.

In een arrest van 24/4/2017 heeft het Hof van Beroep te Gent de rechtbank van koophandel afd. Dendermonde terug gefloten door te oordelen dat de IOS-procedure een facultatief karakter heeft en de keuze van een schuldeiser om gebruik te maken van een klassieke procedure voor de rechtbank, niet automatisch kan worden afgestraft door de eisende partij te veroordelen tot de gerechtskosten.

Dat de discussie zeer actueel blijkt uit een recent rondschrijven van de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Antwerpen van 1/6/2017 , waarin wordt meegedeeld dat nog te vaak wordt geopteerd voor een klassieke gerechtelijke procedure met het oog op de inning van onbetwiste schulden waarbij het veelal gaat om kleine bedragen.

In het licht daarvan werd aangekondigd dat de verschillende inleidingskamers gebruik zullen maken van hun matigingsbevoegdheid wat de toe te kennen schadevergoeding en kosten betreft, daar waar dit niet eerder het geval was.

Met dit schrijven lijkt de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Antwerpen in te gaan tegen de beslissing van het Hof van Beroep te Gent, zodat het afwachten wordt hoe het Hof van Beroep te Antwerpen zal oordelen over deze kwestie.

Naar mijn mening blijft de IOS-procedure facultatief en kan de rechtbank van koophandel niet zomaar een eisende partij straffen omdat wordt gekozen voor een klassieke gerechtelijke procedure.

Voor meer informatie over dit onderwerp kan u altijd contact opnemen.